Fotoverslagen

Gemaakt op: 30 oktober 2019

State of the art beveiliging in Kunsthal Rotterdam

Donderdag 30 oktober heette Raimond Pronk de VBN van harte welkom in de Kunsthal in Rotterdam. Dit bekende museum heeft voordurend wisselende collecties wat de beveiliging tot een bijzondere uitdaging maakt.

Na het welkomstwoord en de gebruikelijke mededelingen gingen enkele interessante gastsprekers in op wat er bij de beveiliging van een museum zoal komt kijken. Zo vertelde Kim Covent van de politie Gent over het initiatief ‘Behind Enemy Minds’. Dit is een innovatief geïntegreerd concept dat observatie, perspectiefvorming, interpretatie en doelgerichte actie combineert om een extra beveiligingslaag aan sites toe te voegen, actief criminaliteit te voorkomen en met succes lopende aanvallen of stappen in een criminele planningscyclus te verstoren.

Het begon in 2014 met een vraag van de hoofdcommissaris om predictive profiling in te voeren binnen de politieorganisatie. Dit ligt echter gevoelig. De grens met etnisch profileren is dun en dat is bij wet streng verboden. “Niet een persoon is verdacht, maar zijn gedrag in relatie tot de omstandigheden”, aldus Covent. De methodiek ‘Behind Enemy Minds’ wordt vanaf 1 februari 2020 toegepast in het Museum voor Schone Kunsten in Gent als daar een tentoonstelling van start gaat van de beroemde kunstenaar Van Eyk. De medewerkers volgen hiervoor een training in het signaleren van gedrag dat kan wijzen op het voorbereiden van een criminele handeling.

De tweede spreker, Dick Drent van Omnirisk, heeft in zijn tijd als directeur Veiligheid bij het Van Goghmuseum in Amsterdam het nodige meegemaakt op beveiligingsgebied. Voor zijn komst vond daar een spectaculaire schilderijenroof plaats, waarbij indringers er met behulp van de beveiligers in slaagden twintig meesterwerken te stelen. Dankzij een slechte voorbereiding kwamen zij gelukkig niet ver. Nog voordat zij de stad uit waren kwamen zij zonder benzine te staan en lieten zij hun auto met de schilderijen achter. Het toonde echter wel aan dat met de beveiliging niet met alle scenario’s rekening was gehouden. “Goede intelligence geeft geen voorspellend, maar wel een voorstellend vermogen”, vertelde Drent. “Waarom kiest een crimineel een museum als doelwit? Het kan gaan om diefstal op bestelling of om de kunstwerken voor veel geld terug te verkopen aan het museum. Maar er zijn ook andere redenen te bedenken. Er gaan miljarden om in de kunst en dat trekt nu eenmaal criminaliteit aan. Het strafrecht is hier helaas niet op ingesteld. Wie de Nachtwacht steelt krijgt dezelfde straf als een fietsendief.
Musea weten volgens Drent vaak niet met welke dreigingen zij te maken hebben. Dat komt onder andere omdat nauwelijks informatie over incidenten wordt uitgewisseld uit angst voor een slechte reputatie bij bruikleengevers. “Maar waarom zou je achter gestolen kunst aanjagen, als je diefstal ook kan voorkomen? Denk vanuit je tegenstander en doe dat proactief, anders ben je te laat. Observatie, Gedragsherkenning, Risicoanalyse en Interventie (OGRI) dus.” Om intelligence en kennisuitwisseling te stimuleren is het Nationaal Platform Informatiesamenwerking Cultureel Erfgoed opgericht. Dit gaat musea helpen bij het herkennen van dreigingen en het treffen van proactieve maatregelen.

Als laatste spreker kwam Ibrahim Boelen van Allseccon aan het woord. Hij vertelde dat in België jaarlijks voor gemiddeld 100 miljoen euro aan kunstdiefstallen wordt gepleegd. Soms wordt daarvan niet eens aangifte gedaan. Zeker als de werken niet verzekerd zijn en er niet verwacht wordt dat de politie ze gaat terugvinden. Dat leidt aangifte alleen tot reputatieschade. Beveiliging en risicobeheer worden ondanks de forse criminaliteitscijfers als noodzakelijk kwaad beschouwd. Securitystrategieën en risicobeheersplannen zijn dan ook eerder uitzondering dan regel. Wel worden maatregelen getroffen na incidenten, maar die vallen in de regel veel duurder uit, dan wanneer zij preventief waren getroffen. Bovendien gebeuren ze niet op basis van een goede dreigingsanalyse. Die heb je nodig voor elke tentoonstelling. “De mens is de zwakste schakel”, aldus Boelen. “Daarom moet je juist daarin investeren!” Hij adviseerde om juist van de mens de sterkste schakel te maken en alleen technische maatregelen te treffen om de mens te ondersteunen en niet andersom zoals veelal gebruikelijk is. “Bedenk daarbij dat 83 procent van de incidenten gebeurt door of met behulp van eigen medewerkers!” Ook raadde hij musea aan om uitgaven aan beveiliging niet als kapitaalinvestering te beschouwen, maar als operationele kosten. “Dan hoef je ook niet bang te zijn dat de investering onvoldoende rendement oplevert.”

De inleidingen werden gevolgd door een rondleiding langs de spectaculaire kunstwerken van de Portugese Joana Vasconcelos, zoals een reusachtige kroonluchter van tampons, een masker van make-upspiegels, een in roze dons ingepakte helikopter, een van bakelieten telefoons vervaardigd pistool van een paar meter groot en een paar gigantische pumps van pannen en deksels. De daarmee gecreëerde trek werd gestild met een smakelijk oosters buffet in het museum.